Ons skelet bestaat uit 206 individuele botten, van de schedel tot aan de vingerkootjes in onze tenen, elk met zijn eigen unieke vorm en doel. Er zijn twee basistypen van botten in het menselijk lichaam, lange en korte.
Lange botten zoals de dijbeen of ulna, geven structuur aan het lichaam en helpen ons om te bewegen.
Korte botten, zoals de ribben of carpus, bieden bescherming aan vitale organen. Er zijn ook sesamvormige botten die een extra stevigheid hebben en de gewrichten helpen stabiel te houden. Ten slotte zijn er holle botten die lucht bevatten en ons helpen om lichaamsdelen als de nek, schouders en wervelkolom te versterken.
Als we kijken naar de anatomie van een bot, zien we dat het bestaat uit verschillende lagen. De buitenste laag is de harde, stevige schacht of cortex, die het bot beschermt tegen schade. Daaronder bevindt zich een sponsachtig-achtig materiaal genaamd het medullaire bot, dat voornamelijk bestaat uit trabeculair bot en veiligheidsnetten.
Botten zijn essentieel voor ons lichaam omdat ze structuur bieden, ons helpen te bewegen, beschermen van vitale organen en het bloed in onze lichamen circuleren. Bovendien helpen ze om mineralen zoals calcium en fosfor te reguleren, essentieel voor een gezond lichaam.